Op een aantal punten is in de loop van de afgelopen jaren enige verbetering opgetreden in het functioneren van EOR's bij het vervullen van hun informatie- en consultatierol. Toch beperkt deze rol zich helaas nog te vaak tot het informatie-aspect en vindt consultatie niet of niet op tijd plaats. Sleutelfactoren daarbij lijken te zijn het aantal EOR-bijeenkomsten dat jaarlijks met het management wordt georganiseerd, ondersteuning door de vakbonden (vooral via de rol van een zgn. vakbondscoördinator) en de wijze waarop het management van bedrijven omgaat met de EOR.
In een goed bezochte netwerkbijeenkomst van de EOR Service van SBI Formaat en het EOR Netwerk van FNV gaf ETUI-onderzoeker Stan De Spiegelaere op 15 november 2019 in Utrecht een presentatie over de resultaten van het grote EOR-onderzoek dat ETUI in 2017/2018 heeft uitgevoerd. Na een korte introductie over de omvang van het onderzoek (en van de "EOR-wereld" waarop dit betrekking heeft), het huidige profiel van EOR-leden en het gebruik van enkele wegingsfactoren, zijn de volgende onderwerpen door Stan toegelicht en met de deelnemers besproken:
In een eerste reactie liet FNV-vicevoorzitter Kitty Jong weten dat ze blij was met deze leuke presentatie over een ingewikkeld onderwerp én met de samenstelling van de deelnemersgroep. Binnen het Dagelijks Bestuur van de FNV heeft Kitty de portefeuille voor medezeggenschap, maar daarbij is de EOR-wereld voor haar betrekkelijk nieuw. Over het gepresenteerde profiel van EOR-leden was ze niet echt verbaasd, maar ze vroeg hierbij wel speciaal aandacht voor het vraagstuk van de gender equality. In Nederland wordt ook de nodige aandacht besteed aan de rol van de medezeggenschap bij strategische beleidsvorming in bedrijven. Op dit vlak is vooral de Alliantie voor Medezeggenschap en Governance (AMG) actief. Ook de technologische ontwikkelingen staan kennelijk hoog op de agenda in de EOR-wereld. Kitty vraagt zich daarbij af of ook de energietransitie onder deze ontwikkelingen wordt gerekend (binnen het FNV-bestuur is dat één van haar andere portefeuilles). Naar haar mening zijn op dit vlak snelle ontwikkelingen gewenst. Een ander probleem ziet zij in de (te) lage dekkingsgraad van de ondernemingsraden, zowel op nationaal als op Europees niveau. Bij nieuwe vormen van medezeggenschap, waarmee in Nederland regelmatig wordt geëxperimenteerd, is het soms onduidelijk wat de status hiervan is, of er sancties mogelijk zijn, etc. Doordat er meestal geen sprake is van een orgaan dat voor een wat langere periode wordt gekozen, is het karakter van deze vormen vaak erg vluchtig. Kitty heeft de indruk dat in sommige opzichten Europese medezeggenschap zich sneller ontwikkelt dan de medezeggenschap in Nederland.
Bij de discussie die daarna volgde, was er ruimschoots aandacht voor ervaringen van aanwezige EOR-leden met de in de presentatie vermelde onderwerpen. In de discussie werd speciaal aandacht besteed aan de vaak (geringe) invloed die door werknemers kan worden uitgeoefend bij reorganisaties, etc. Ook de lappendeken van landen (31 verschillende industrial relations systemen) is een factor waar EOR's vaak mee te maken hebben en mee worstelen. Daarbij spelen verwachtingspatronen een belangrijke rol. In veel gevallen kan worden geprobeerd om door kleine stapjes het spel verder op te rekken.
Een specifiek probleem wordt in sommige EOR's ook gezien in het verkrijgen van goede werknemersvertegenwoordigers uit de verschillende landen. Met name bij de Midden- en Oost-Europese landen leidt dit vaak tot problemen. Hoewel door ETUI al veel in kaart is gebracht m.b.t. de industrial relations systemen, is op dit vlak nog lang niet alles duidelijk en vinden er ook nog veel ontwikkelingen plaats (bijvoorbeeld: belangrijke verbeteringen in de OR-wet van Litouwen in 2017).
Stan De Spiegelaere gaf aan dat het belangrijk is dat EOR-leden elkaar goed leren kennen om te voorkomen dat in de EOR landen tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden. Goede contacten en netwerken (ook met het nationale management) kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Bij de contacten tussen vakbonden en EOR's moet ook worden gekeken naar de voor- en nadelen daarvan. Contacten met de achterban (nationale OR's, werknemers) zijn een zeer belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een EOR.
Soms schuilt er een gevaar in als een EOR te veel afhankelijk wordt van de persoonlijkheid van één persoon (meestal de voorzitter). Er moeten goede structuren worden ontworpen om te garanderen dat dit zo min mogelijk gebeurt.
Er is veel goede basisinformatie beschikbaar voor (nieuwe) EOR-leden. Zowel de EOR Service van SBI Formaat als ETUI bieden daarvoor ook de mogelijkheid van een online training. ETUI heeft ook enkele korte handleidingen (pdf) voor EOR's gepubliceerd.
Tot slot vraagt Stan De Spiegelaere aandacht voor de bijzondere situatie bij het bedrijf Ryanair, waar de mensen regelmatig verplicht van land moeten wisselen en de gevolgen die dat heeft voor (Europese) medezeggenschap.
Het publiek van de netwerkbijeenkomst bestond voor het grootste deel uit EOR-leden, afkomstig uit verschillende bedrijfssectoren. Daarnaast waren er enkele mensen uit de vertaalwereld aanwezig, enkele FNV-bestuurders en -kaderleden en de mensen van de EOR Service van SBI Formaat. Als bijzondere gast was bij de bijeenkomst aanwezig FNV-vicevoorzitter Kitty Jong. Tijdens de bijeenkomst zijn door SBI Formaat opnames gemaakt die voor promotiedoeleinden zullen worden gebruikt in blogs en vlogs.
De volgende netwerkbijeenkomst vindt plaats op vrijdag 17 april 2020.
Ernst Kuntz,
FNV-kaderlid/coördinator EOR Netwerk
Meer informatie:
Op 11 en 12 februari 2020 organiseert het Workers' Participation Competence Centre (EWPCC) in Brussel een conferentie, waarin de uitkomsten van het ETUI-onderzoek in een breder kader zullen worden besproken. Ook zal in die conferentie worden gekeken naar de mogelijkheden om tot verbeteringen te komen. De EWPCC-conferentie is bedoeld voor EOR-leden, vakbondsmensen, beleidsmakers, trainers, deskundigen en academici.
Terug naar begin van de pagina.